Skip to main content
Home » Water » Drinkwaterballet
Water

Drinkwaterballet

Drinkwater is water dat je drinkt. Het lijkt een vrij loze definitie, maar in Nederland gebruiken we drinkwater vooral niet als drink-water. Bij ons is het spoelwater, waswater, sproeiwater, dweilwater, ramenlapwater, douchewater, zwembadjeswater, autowaswater, aquariumwater. Drinkwater is het duizenddingendoekje voor het hele huishouden geworden. En we gebruiken er steeds meer van: circa 128 liter per persoon per dag in 2021. Van al dat water gebruiken we nog geen drie liter per dag voor menselijke consumptie.

Door klimaatverandering wordt duidelijk dat we dit drinkwaterballet niet langer kunnen volhouden. Droge periodes worden langer en droger. Landbouw, natuur, industrie en huishoudens vechten in die droge tijden allemaal om hetzelfde water. Drinkwaterbeschikbaarheid het hele jaar rond is geen vanzelfsprekendheid meer. De eerste verhalen over nieuwbouwcomplexen die maar moeizaam op het waterleidingnet kunnen worden aangesloten, zijn al te horen. De brandweer neemt tegenwoordig uit voorzorg z’n eigen rode watertankwagen met bluswater mee omdat ze niet altijd op de waterdruk in het waterleidingnetwerk kan vertrouwen.

Zo lang mogelijk vasthouden

Hoe houden we de kranen gevuld? Meer oppompen? Nieuwe waterwingebieden zijn moeilijk te vinden. Bij droogte harder trekken aan het grondwater, betekent dat landbouw en natuur schade zullen ondervinden. De truc ligt in het anders omgaan met het regenwater dat ons op jaarbasis toevalt en toestroomt. De strategie van zo snel mogelijk afvoeren moet omslaan naar zo lang mogelijk vasthouden. Voor een woning betekent dit dat we voortaan regenwater gaan opvangen en hergebruiken. Dat vraagt bij die woning om een regenwaterput, filters en aparte leidingen naar al die plekken in huis waar regenwaterkwaliteit goed genoeg is. 

Denk aan toilet, wasmachine en bewatering van de tuin. Dat kan het makkelijkst worden geregeld bij de 900.000 nieuwbouwwoningen die bij Hugo de Jonge in de planning staan tot 2030. We kunnen het integraal afkijken van Vlaanderen. Daar is al bijna 20 jaar per decreet geregeld dat er bij nieuwbouw of grondige verbouw een 5.000 liter waterput bij een woning moet komen. Hun eis wordt dit jaar verhoogd naar 7.500 liter voor woningen met een dakoppervlak groter dan 80m2.

Koplopers stoppen de kraan 

Den Haag heeft het onderwerp inmiddels in het vizier, onder andere in de beleidsbrief over ‘Water en bodem sturend’. Maar daar gooien ze het eerst nog even rustig in de onderzoeksmolen. Moet je dit nu regelen via financiële prikkels, via regelgeving of via gedragsbeïnvloeding?  Is het eigenlijk wel doelmatig om dit bij nieuwbouw te doen, want de bestaande bouw heeft toch een veel groter besparingspotentieel?

Natuurlijk kun je je van alles afvragen. Maar de urgentie van dit vraagstuk roept om actie, niet om onderzoek. Ga dit dus regelen in het Bouwbesluit. Tot die tijd zal er door de meeste bouwers en ontwikkelaars vooral over worden gepraat: best belangrijk maar ook best onbetaalbaar in deze tijden. Zolang drinkwater bijna niets kost, is die regenwaterput op de businesscase niet rond te rekenen. Dan zijn er maar een paar koplopers met visie die toch de daad bij het woord en de put bij de woning voegen.

Laat de overheid en andere partijen in de waterketen die koplopers ruimhartig steunen. Ze stoppen het waterballet en laten zien dat het kan: dat is maatschappelijk van waarde, maar bespaart elders in de keten ook gewoon keiharde investeringen in extra infrastructuur. Daar mag best iets van terugstromen naar die koplopers.

Jan Kadijk

Manager Kennis en Innovatie

DGBC

Next article