“Boeren en tuinders leveren een enorme bijdrage aan de economie, de werkgelegenheid, het landschap en het milieu. Zij opereren niet alleen in een sterk fluctuerende markt, maar zijn ook vaak afhankelijk van het klimaat. Toch scoort de sector voor het klimaat buitengewoon goed, de belangrijkste energiedoelen voor 2020 zijn nu al behaald.” Dat de agrosector floreert, valt ook af te leiden uit de exportcijfers: vorig jaar groeide dat met zeven procent naar ruim 80 miljard euro. “Zo’n 60 procent van de totale productie is voor de export. Door het hoge kennisniveau, de efficiënte wijze van produceren en het uitstekende uitgangsmateriaal kan Nederland een aanzienlijke bijdrage leveren in de wereldwijde groeiende vraag naar voedsel.”
Minder bestrijdingsmiddelen
Voor de toekomst van de land- en tuinbouw is innovatie een sterke troef. “De sector richt zich op hogere en betere productie met minder grondstoffen en minder emissies. Denk daarbij aan water, meststoffen en diervoeders. De tuinbouw is in staat om de warmte in de kassen om te zetten in nieuwe energie en in de akkerbouw gebruikt men satellieten om te bepalen of gewassen water nodig hebben. De tractor op het land wordt satelliet-gestuurd. Er worden plantenrassen gekweekt die met minder water en voedingstoffen toe kunnen en beter opgewassen zijn tegen ziektes en plagen waardoor nog minder bestrijdingsmiddelen nodig zijn. In de veehouderij zie je een vergelijkbare ontwikkeling.”
Kapitaal via investeerders
Innovatie vergt echter investeringen, terwijl de banken steeds moeilijker geld uitlenen. “Binnen onze sector komt rond 80 procent van het benodigde geld van de Rabobank. Er is echter sprake van toenemend familiekapitaal en geld van investeerders. Die investeerders wéten dat de agrarische sector toekomst heeft vanwege de voortdurende vraag naar voedsel en voedingsproducten. De agrosector behoudt zo zijn toppositie in de wereld.”
Voldoende dynamiek
Het belang van de sector spreekt voor zich, Maat stelt dat die sector dan wel de ruimte moet krijgen om te blijven innoveren en door te ontwikkelen. “Er zijn nog regels die de ontwikkeling van bedrijven in de weg zitten. We moeten er heel scherp op zijn, dat er voldoende dynamiek blijft in de land- en tuinbouw. Die dynamiek en investeringen dragen bij aan verdere duurzame groei. De Nederlandse agrosector is wereldwijd een grootmacht en alle potentieel om dat te blijven, is aanwezig.
Maat heeft vertrouwen in de toekomst. “Over tien jaar is er resistenter zaaigoed, wordt er nog minder antibiotica gebruikt, wordt steeds meer in gesloten kringlopen geproduceerd, is er nog meer waardering van de consument en heeft de sector nog steeds een toppositie.”