Op verschillende terreinen proberen we de koppositie van Nederland te behouden. De prioriteit ligt de komende jaren bij het produceren van ‘meer met minder’, het toevoegen van waarde en het realiseren van internationaal leiderschap.‘Meer met minder’ betekent met minder input en minder uitstoot meer produceren. Op een schaal van 0 tot 100 benutten we misschien pas 15 tot 20 procent en zeker geen 80 procent van wat technologie ons allemaal brengt en nog gaat brengen. Op dit terrein staan we aan de vooravond van een grote ontwikkelingsslag. Niet voor niets heeft Silicon Valley onlangs ook de Agri&Food als toepassingssector benoemd. De technologie komt van buiten, maar de toepassing komt vanuit de sector. De kracht van Nederland is vooroplopen en de technologieën toepasbaar maken.
Informatietechnologie
Door gebruik van informatietechnologie kunnen we dat behalen. Zoals bij precisielandbouw: door beter te meten kunnen we meer met minder produceren. Je kunt daarmee in een kas het klimaat beter regelen. En er zijn bedrijven waar koeien een enkelband dragen met een stappenteller. Als een dier ziek is, zal het meer liggen en minder bewegen. Je kunt in de melk meten of een dier een ontsteking heeft. Dan zal de samenstelling van de melk anders zijn. Je kunt ziektes zo dus eerder detecteren en misschien wel voorkomen.
Genomics
Een andere bron voor verbeteringen op het terrein van ‘meer met minder’ is genomics. Ofwel de kennis van welke genen wat doen. Daarmee kunnen we de teelt en fokkerij gerichter en sneller maken, maar ook de verzorging. We weten dan immers beter welk gewas of dier gevoeliger is voor bijvoorbeeld ziekten en kunnen dus beter controleren en verzorgen en verliezen voorkomen. Voorts kan het helpen bij meer toegevoegde waarde. Immers als we van de mens weten wie waar gevoelig voor is, kunnen we gerichter voedingsproducten maken voor specifieke categorieën.
Toegevoegde waarde
Als het om toegevoegde waarde gaat, dan kun je bijvoorbeeld denken aan voeding in combinatie met gezondheid. Kunnen we producten ontwikkelen die onze gezondheid positief beïnvloeden? Dat is lastig, want er gaat jarenlang onderzoek aan vooraf voordat je zo’n claim hard kunt en mag maken. Maar dat betekent niet dat je het dan niet hoeft te onderzoeken. Maar ook over toegevoegde waarde op het gebied van huisvestingsvormen die het dierenwelzijn bevorderen.
Internationaal leiderschap
Als het gaat om internationaal leiderschap hebben we met name op het gebied van productiviteit, voedselveiligheid en kwaliteit veel kennis en kunde in huis. Die voorsprong willen we wel houden. In het buitenland valt me altijd op hoeveel zwakke schakels er in de keten zijn. Je kunt wel een stukje uit de keten optimaliseren, maar als je die meerwaarde verderop in de keten weer verliest, heb je er niet zoveel aan. In Nederland hebben we korte lijnen tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen, de zogenaamde ‘gouden driehoek’. Daar kan het buitenland nog veel van leren. Met name specialistische MKB bedrijven spelen hier een grote rol bij. Bovendien hebben we een product in handen waar geen mens omheen kan; we moeten nu eenmaal eten. De wereldbevolking neemt alleen maar toe, dus we hebben een enorme sleutel tot succes in handen!