Skip to main content
Home » Nationaal » Nederland door vernieuwingen internationaal aan de top
Nationaal

Nederland door vernieuwingen internationaal aan de top

Agrofoodsector grootste exporteur

De agrarische sector in Nederland is op export gericht en daarom zeer internationaal georiënteerd. De agrofoodsector is de grootste exporteur van Nederland. Meer dan 60 procent van onze agrarische producten gaat de grens over, met name naar andere EU-landen “Nederland staat qua omzet wereldwijd in de top-drie”, aldus Albert Jan Maat, voorzitter van LTO Nederland, de agrarische brancheorganisatie.

“We zijn ook toonaangevend als het gaat om pootgoed, zaaigoed en bijvoorbeeld fruitbomen. Ook jonge landbouwhuisdieren worden in veel andere landen hoog gewaardeerd. Qua dierenwelzijn staan we eveneens in de top-drie van de wereld en het gaat hier niet eens om grote multinationals, maar om gewone boerenbedrijven.”

Werken aan vernieuwing en duurzaamheid

“Dat Nederland het zo goed doet, heeft te maken met goed ondernemerschap, kwaliteit en het feit dat het klimaat hier bijzonder geschikt is voor de teelt van veel gewassen.” Maar wil Nederland koploper blijven, dan moet de agrarische sector aan de slag met vernieuwing, duurzaamheid en de productie van energie, aldus Maat. Volgens de LTO voorzitter neemt de vraag naar voedsel in de wereld toe. “We hebben in het buitenland een naam hoog te houden, want we staan bekend om onze goede kwaliteit en de efficiënte wijze van produceren. We zullen ook steeds meer energieleverancier worden. Alle energie die de sector produceert, zal deels op het eigen bedrijf worden benut en komt steeds meer beschikbaar voor andere bedrijven en de samenleving. Dan kun je verantwoord groeien als bedrijf en is schaalvergroting beter verankerd.”

Internationaal op kop blijven

“Verder is het belangrijk dat we ons met onze producten richten op de West-Europese markt. Nog meer dan nu. Daar moeten we ons onderscheiden, niet alleen met de kwaliteit van het product, maar ook met duurzaamheid, dierenwelzijn. Het is belangrijk ons te richten op een grote markt in Europa, waar enkele honderden miljoenen welvarende consumenten wonen. Zij gaan steeds meer vragen om duurzamer geproduceerde en verantwoorde producten. Je ziet nu al dat je meer geld voor je melk krijgt als je de koeien in de wei laat lopen, de varkens een beter leven hebben of als kippen ook buiten kunnen komen. We doen het internationaal dus heel goed, maar we moeten wel zorgen dat we op kop blijven.”

Provincies sluiten toegang intensieve veehouderij af

Een groot probleem voor de ontwikkeling van de sector is dat sommige provincies de toegang voor de intensieve veehouderij wil afsluiten, aldus Maat. Boeren kunnen daarom niet investeren in nieuwe (duurzamere) stallen of nieuwe technieken waarmee ze duurzamer kunnen produceren. “Sommige provincies willen niet nog meer dieren toelaten, ook al betekent het dat ze op een moderner bedrijf misschien diervriendelijker worden gehouden en het milieu daarmee is gebaat. Ze denken: als we maar geen kip of varken extra toelaten, dan gaan mensen vanzelf minder vlees eten, maar zo werkt dat niet. Voor ondernemers, die kansen zien in de markt, is het frustrerend dat ze in hun ontwikkeling worden belemmerd. Die gaan dan maar verder op de oude voet waardoor er dus niets (ten goede) kan veranderen.”

Next article